RSS

Eerlijk eten, hoe regel je dat?

29 aug

eerlijketen

Hoe doe je dat, eerlijk eten? In elk geval door ervoor te zorgen dat de producent van wat je eet een fatsoenlijke boterham kan verdienen met zijn of haar werk. Met wat extra’s om te investeren in een ecologisch en maatschappelijk verstandig bedrijfsmodel. Dat geldt niet alleen voor de grote foodconcerns en de supermarkten: die zorgen nu al heel erg goed voor zichzelf. Vooral over de rug van de producent: de boer. Zowel Nederlandse en Europese boeren als hun collega’s elders in de wereld hebben het moeilijk op de hedendaagse wereldmarkt waar Big Corporate de dienst uitmaakt en de winsten voor de aandeelhouders leidend zijn in plaats van bestaanszekerheid en voedselzekerheid. Wat doen we daaraan?

Onlangs had ik samen met enkele collega’s een gesprek met vertegenwoordigers van Brabantse slacht- en vleesverwerkende bedrijven. Conclusie van het gesprek: Deze bedrijven hebben er een groot belang bij dat varkens, kippen- en koeienboeren zoveel en dus zo goedkoop mogelijk produceren. Dat drukt immers de inkoopprijzen die deze bedrijven moeten betalen. Ze hebben er weinig boodschap aan dat de primaire producenten, de boeren dus, door deze gang van zaken steeds minder betaald krijgen. Terwijl zowel de markt als de maatschappij steeds hogere eisen aan hen gaat stellen. Wie daar niet aan kan voldoen, gaat failliet: de banken zien anno 2013 ook nog maar weinig brood in kredietverstrekking aan boeren (tenzij het om megagrote bedrijven gaat).

Supermarktconcerns en veevoerproducenten doen gezellig met slachters en vleesverwerkers mee aan de grote boerenafknijpactie. Dat kun je ze kwalijk nemen (en dat doe ik ook) maar tegelijk moeten ook zij wel omdat ze met hun concurrentiepositie vastzitten aan de wereldmarkt. Slechts een klein gedeelte van de Nederlandse boerenproductie wordt op de Nederlandse markt verkocht, het leeuwendeel gaat buitenlandse markten op.

En wie bulkvlees produceert, moet ook bulkvoer van ver inkopen. Daarmee wordt door cowboyhandelaren flink gespeculeerd om de prijs op te drijven. Het wordt genetisch gemanipuleerd om het zo goedkoop mogelijk te produceren. En het neemt als grond-uitputtende monoculturen de plaats in van ecologisch en maatschappelijk meer verantwoorde gewasteelt. Waardoor dus ook boeren en buitengebiedbewoners in andere delen van de wereld in hun bestaanszekerheid worden bedreigd. Allemaal voor de Big Bucks van een kleine internationale financieel-industriële elite.

Intussen willen steeds meer consumenten zoals u en ik graag eerlijk en verantwoord geproduceerd vlees kopen maar dat blijft erg veel duurder dan plofkipvarkenkoe. Duurzame productie is zorgvuldiger en kleinschaliger en kost dus meer. Bovendien weten supermarten dat duurzame producten voor een bepaald consumentenpubliek aantrekkelijk zijn en dus pleuren ze er een vette marge bovenop die niet bij de boer terechtkomt. En vanwege de crisis kunnen steeds minder consumenten duurzaam vlees kopen. Patstelling? Vicieuze cirkel? Ja. En nee.

De grote voedselmultinationals willen het liefst zo weinig mogelijk ingrijpen in de internationale geliberaliseerde markt. Die natuurlijk een illusie is: Zonder bijvoorbeeld de miljarden gemeenschapsgeld van het Europese LandbouwBeleid kan de hele Europese agro-industrie niet overleven. Daarnaast concurreren de grotere concerns de kleinere stuk op kostprijs en vreten ze daarna op via fusies. Zo krijgt een handjevol multinationals een steeds machtigere monopoliepositie. En Europa en de VS zijn berucht om hun zogenaamde vrijhandelsakkoorden met Afrika en Latijns Amerika. Formeel creëren die akkoorden een geliberaliseerd gelijk speelveld voor alle aangesloten landen. In de praktijk komt het erop neer dat de sterke westerse landen hun zwakkere partners bedelven onder goedkope, vaak gesubsidieerde westerse producten zodat de niet-westerse partners nooit in staat zijn om hun eigen economie op te bouwen. Wat nou vrije markt?

Sinds een week of twee protesteren Colombiaanse boeren massaal tegen hun achterstelling en tegen de afknijppraktijken van retailers en industrie. De kosten van het dagelijkse levensonderhoud zijn er torenhoog terwijl het gemiddelde boereninkomen er slechts een paar honderd dollar bedraagt. Meststoffen en pesticiden zijn erg duur. Colombiaanse boeren zijn aan het eind van hun Latijn. Ze blokkeren massaal wegen en houden lawaaidemonstraties. De politie probeert hen met geweld te verdrijven en president Santos bagatelliseerde de protesten, allemaal tevergeefs.

De Colombiaanse regering gaf altijd het geweld door de linkse guerrillabeweging FARC de schuld van de problemen op het platteland maar vergat daarbij te vertellen dat Colombia zelf de deuren wijdopen heeft gezet voor internationale vrijhandelsverdragen met landen als de VS en Mexico in de zogenaamde Pacifische Alliantie. Daar zijn de eigen boeren het slachtoffer van. Hetzelfde geldt voor Mexicaanse en Peruaanse boeren die de agrarische paragraaf uit het vrijhandelsakkoord willen. Chileens boeren protesteerden tegen de “Monsanto-wet” die hen verplicht alleen geregistreerd zaaigoed te kopen. De verplichting komt voort uit… het vrijhandelsakkoord. De vrije wereldmarkt als illusie.

Maar, denkt een weldenkend wereldburger dan, als er zo weinig mensen profiteren van de huidige situatie in de internationale agroketen ten koste van zoveel boeren, buitengebiedbewoners, beesten en consumenten, dan moeten we dat toch gezamenlijk gaan rechttrekken? De keten eerlijker maken? Wél ingrijpen in een markt die toch al niet vrij is, nooit geweest zelfs? Het lijken me legitieme vragen. Die antwoorden behoeven:

Zouden we niet op Nederlands én Europees overheidsniveau bindende (wettelijke) afspraken moeten gaan maken die ecologisch en economisch levensvatbaar en toekomstbestendig producerende boeren tegemoet komen, ondersteunen? Terwijl we het moeilijker, duurder gaan maken voor de grote jongens om in bulk te produceren? En om de kleinere op te eten, kapot te maken? Volgens het principe “de vervuiler betaalt”? En zouden we niet die vrijhandelsakkoorden afschaffen of in elk geval dan toch eerlijker, gelijkwaardiger moeten maken?

En moeten tegelijk boeren zelf niet eens gaan nadenken? In plaats van zich door vleesverwerkers, slachters, supermarkten, foodconcerns en banken als lemmingen naar de bulkafgrond te laten jagen, kunnen boeren zeggen: “Nee, ik ga niet meer dieren houden in grotere stallen die meer kostbare ruimte innemen en meer schadelijke stoffen uitstoten. Ik ga juist veel minder produceren en een bijzonder product maken dat aantoonbaar lekkerder smaakt, dier- en milieuvriendelijker is en wat consumenten herkennen als afkomstig van mijn bedrijf.”

Er zijn zelfs in deze crisistijd consumenten die daar best iets meer voor willen betalen. Als zo’n boer dan gaat samenwerken met enkele collega’s, via een coöperatief model alle touwtjes in eigen hand houdt en rechtstreeks contact maakt met de consumenten die zijn/haar product kopen, is hij/zij weerbaarder tegen Big Corporate. En als overheden in hun regelgeving juist deze boeren tegemoet zouden komen zodat hun product redelijk geprijsd kan blijven en dus toegankelijk voor minder zwaarbebeursden, dan gaan we de goeie kant uit. Toch?

Bron van de informatie over Colombia en de Pacifische Alliantie: Wies Ubags, De Nieuwe Pers (artikel zit achter een betaalmuur).

 
1 reactie

Geplaatst door op augustus 29, 2013 in Uncategorized

 

Een Reactie op “Eerlijk eten, hoe regel je dat?

Plaats een reactie